
“Wanneer een natie vurig opstaat om te vechten voor zijn vrijheid en eer, is het altijd een minderheid die de massa echt doet ontbranden.”
– Ondergang van het Avondland, Oswald Spengler
Aan de frontlinie van de strijd tegen de krachten van het kwaad – die de wereld onderdompelen in een oceaan van vuil, corruptie en verraad – staan de verschillende nationalistische bewegingen in Europa. In Groot-Brittannië is het Nationaal Front de enige georganiseerde kracht, maar zelfs deze organisatie beging in de jaren ’70 tal van fundamentele fouten over wat nodig was om ons land te redden. De discussie ging altijd over waar we moesten marcheren, welke verkiezingen we moesten bestrijden of hoe we ons imago konden verbeteren. Zulke discussies waren ongeveer even zinvol als het debat over wie welke dekstoel mocht claimen op de Titanic. Natuurlijk, onze naam werd bekender, maar dat hadden we via andere methoden ook kunnen bereiken. Feit blijft dat al onze tijd, geld en energie er niet toe hebben geleid dat we ook maar één enkele immigrant hebben tegengehouden, geen enkele fabriekssluiting hebben voorkomen of de fysieke en spirituele verkrachting van ons vaderland hebben gestopt.
Ons falen was eenvoudig maar cruciaal. Het probleem lag niet in beleid, doctrines of activiteiten – hoe belangrijk die ook zijn binnen het politieke geheel – maar in het ontbreken van een geheel nieuw type mens. Een mens die elke dag volgens nationalistische principes leeft, die een lichtend voorbeeld is en een inspiratiebron vormt voor mede-Britten die wanhopig zijn over onze situatie. Andere partijen hebben generaties lang beleid en doctrines aangeboden aan ons volk, maar met welk effect? Waarom zou de gemiddelde Brit het Nationaal Front anders zien dan andere partijen? Als we willen slagen, moeten we de kern van de zaak raken: ons volk heeft een voorbeeld nodig, iemand die doet wat hij predikt. Dat voorbeeld noemen we de politiek soldaat.
Wanneer we kijken naar de belangrijkste periodes in de Europese geschiedenis, zien we gemakkelijk het soort mens dat de geest belichaamt die onze natie zo hard nodig heeft. In het oude Griekenland waren dat de Spartanen, een uiterst gedisciplineerd volk dat de geschiedenis inging vanwege hun heroïsche strijd bij Thermopylae. Hier vochten 300 Spartanen onder leiding van Leonidas tegen 100.000 Perzische troepen onder koning Darius. In plaats van zich te laten verlammen door angst voor de gigantische overmacht, zongen de Spartanen trots hun strijdlied, het lied van Castor, en stierven zij als één man in een gevecht vol vuur en bloed. Hoewel ze verloren, werden ze door de geschiedenis herinnerd. In het oude Rome was het de Romeinse centurio die met zijn militaire bekwaamheid en loyaliteit aan Rome het Pax Romana mogelijk maakte. Dankzij hen werd een van de best georganiseerde rijken in de geschiedenis opgebouwd, een rijk dat ons een kostbaar erfgoed heeft nagelaten. In het middeleeuwse Europa was het de kruisridder die, door zijn devotie aan ascetisme en ridderlijkheid, het Europese ideaal belichaamde – zowel in het Oosten als het Westen. Paus Urbanus II omschreef deze ridders als degenen “die zich haasten naar waar oorlog uitbreekt en daarmee de woede van hun wapens brengen om eer en recht te verdedigen.”
Misschien wel het meest opvallende voorbeeld van politiek soldaatschap in de moderne tijd is de Roemeense IJzeren Garde, de legionairsbeweging, opgericht door Corneliu Codreanu. De geest die deze beweging voortbracht, was zo krachtig dat ze een heel volk inspireerde. Zelfs nu vrezen de communistische autoriteiten in Roemenië de legionairs, zo groot is de spirituele kracht die deze beweging uitstraalt – een kracht die blijft groeien terwijl het marxisme alles vernietigt wat het aanraakt.
Europa heeft echter geen monopolie op politieke soldaten. Overal ter wereld en in elke cultuur bestaat het potentieel om dit type mens te vormen. Neem bijvoorbeeld de Islamitische Revolutionaire Garde van de Ayatollah in Iran. Je hoeft het niet met al hun doelen eens te zijn om hun moed en toewijding te respecteren. Hun geloof in hun zaak is zo sterk dat ze ongewapend door mijnenvelden rennen om vijandige posities aan te vallen. Ze rijden vrachtwagens vol explosieven vijandelijke kampen binnen, volledig bewust van de onontkoombare dood die hen te wachten staat. Hun idealisme is een kracht waar overwinningen uit voortkomen. Het was dit idealisme dat de Amerikaanse troepen uit Libanon verdreef. Terwijl Amerikaanse soldaten vochten voor een salarisstrookje en pensioen, vochten hun tegenstanders van de Revolutionaire Garde voor een ideaal: een onafhankelijk en vrij Iran.
Wanneer we naar deze voorbeelden kijken, zien we dat de meeste van deze politieke soldaten ook krijgers waren. Maar het zou een ernstige vergissing zijn om te denken dat hun militaire rol het belangrijkste aspect was. Wat hen verenigde was hun inspiratie door een spiritueel en religieus ideaal, dat hun hele leven domineerde. Deze soldaten waren bereid alles op te offeren voor hun zaak. Voor hen had het leven zonder hun ideaal geen enkele betekenis meer. Dit innerlijke vuur, dat hun tegenstanders vaak niet begrepen maar wel vreesden, is precies wat we opnieuw moeten laten oplaaien. Zonder deze vurige geest is onze cultuur gedoemd te verdwijnen. De politiek soldaat moet daarom een spirituele revolutie ondergaan – een innerlijke transformatie die zijn leven stuurt. Zijn acties worden bepaald door de vraag: “Draagt dit bij aan de zaak?” Hij leeft niet volgens het motto: “Wat levert het mij op?”, maar stelt zichzelf de vraag: “Wat kan ik doen om te helpen?”
Woorden als eer, recht, zelfrespect, eerlijkheid, geloof, nederigheid, compassie en liefde vormen de kern van zijn bestaan. De politiek soldaat is de lichtbaken dat ons volk uit de duisternis kan leiden.
Elke dag zien we onze Europese naties verder aftakelen. Het bloed lekt weg uit het lichaam van onze beschaving. Slechts een cynicus of ongeïnteresseerde kan deze aanblik verdragen zonder diep medeleven en heilige woede. Het leger van politieke soldaten is klein en de taak immens. Maar zij blijven strijden, zelfs wanneer het lot hen verslaat. Het vonnis van het lot mag hen niet weerhouden van een strijd tot de laatste man, met het zwaard in de hand – een strijd die eer doet aan onze voorouders. Wanneer lafaards je aanvallen met beschuldigingen van “fanatisme”, denk dan aan de woorden van John Jenkins: “Ik werd fanatiek omdat ik niet bereid was de gevolgen van inactiviteit te accepteren.”
Derek Holland
The Political Soldier