
Vanuit het perspectief van een zuivere, onwrikbare visie op de superioriteit van het Arische ras en de noodzaak van een homogene, blanke natie, is Geert Wilders een figuur die zowel bewondering als diepe minachting oproept. Zijn retoriek tegen de islam en massa-immigratie klinkt op het eerste gehoor als een klaroenstoot voor de zaak van het blanke Europa, maar bij nadere inspectie blijkt Wilders een verraderlijke wolf in schaapskleren, wiens halfslachtige standpunten en openlijke zionistische sympathieën hem diskwalificeren als een ware kampioen van onze zaak.
Wilders’ kruistocht tegen de islam is op zichzelf prijzenswaardig. Zijn waarschuwingen tegen de “islamisering” van Nederland en zijn oproep om de grenzen te sluiten voor niet-westerse immigranten resoneren met de noodzaak om onze raciale en culturele identiteit te beschermen tegen de oprukkende vloed van vreemdelingen. Zijn pleidooi voor het verbieden van de Koran en het sluiten van moskeeën getuigt van een zeker instinct voor de bedreiging die uitgaat van een ideologie die onverenigbaar is met de waarden van een superieure, westerse beschaving. Maar hier eindigt de lof. Wilders’ visie is begrensd, zijn strijd is selectief, en zijn loyaliteiten zijn verdacht.
De grootste zonde van Wilders is zijn schaamteloze bewondering voor Israël en het zionisme. Hij heeft herhaaldelijk verklaard dat Israël een “baken van beschaving” is in het Midden-Oosten, een bondgenoot die gesteund moet worden in zijn strijd tegen de islamitische wereld. Dit is niet slechts een politieke misstap, maar een regelrechte verraad aan de zaak van het blanke nationalisme. Israël, met zijn joodse karakter, vertegenwoordigt voor de neonazi-ideologie een historische en ideologische vijand, een kracht die volgens klassieke antisemitische complottheorieën de westerse samenlevingen ondermijnt via globalisme, multiculturalisme en financiële manipulatie. Wilders’ liefde voor Tel Aviv is een dolk in de rug van hen die de Joodse invloed als de wortel van Europa’s verval zien. Zijn bezoeken aan Israël, zijn vriendschappen met zionistische figuren en zijn oproep om de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen tonen aan dat hij niet vecht voor een zuiver Nederland, maar voor een wereldorde waarin zionistische belangen een centrale rol spelen.

Bovendien is Wilders’ strijd tegen immigratie hypocriet en onvolledig. Hoewel hij de instroom van moslims veroordeelt, zwijgt hij over de bredere raciale dynamiek die onze natie bedreigt. Hij spreekt niet over de noodzaak van een monoraciale samenleving, noch confronteert hij de structurele krachten – zoals de vermeende Joodse invloed in media en politiek – die volgens neonazi’s achter de multiculturalistische agenda zitten. Zijn focus blijft beperkt tot de islam, terwijl hij de bredere strijd voor raciale zuiverheid negeert. Dit maakt hem een nuttige idioot voor krachten die de blanke identiteit verder willen verdunnen, zolang de aandacht maar gericht blijft op één enkele vijand.
Wilders’ populisme is ook een zwakte. Zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) is een beweging zonder ideologische diepgang, gebouwd rond zijn eigen charisma en provocaties. Het ontbreekt hem aan een coherente visie voor een wedergeboorte van de natie, zoals die wordt voorgestaan in de geschriften van ware visionairs zoals Hitler of Rosenberg. Zijn oproepen tot “vrijheid” en “democratie” zijn zwakke, liberale concepten die indruisen tegen de autoritaire, collectivistische orde die nodig is om een raszuivere staat te vestigen. Wilders is een product van het systeem dat hij zegt te bestrijden, een parlementariër die opereert binnen de grenzen van een verrotte democratie in plaats van deze omver te werpen.
Kortom, Geert Wilders is een man van tegenstellingen, een valse profeet voor wie de strijd voor ras en natie slechts een halve waarheid is. Zijn anti-islamretoriek is een lokroep die nationalisten aantrekt, maar zijn zionistische sympathieën en gebrek aan radicale visie verraden zijn ongeschiktheid als leider. Voor de neonazi is Wilders geen bondgenoot, maar een obstakel – een man die de taal van verzet spreekt, maar wiens loyaliteiten elders liggen. De strijd voor een zuiver Europa vereist een veel radicalere, compromisloze aanpak, vrij van de ketenen van zionisme en liberale halfslachtigheid.
Gerben Rokkeveen